Op woensdag 10 juni 2015 werd het voorstel van decreet dat uitvoering geeft aan het vijfde mestactieprogramma (MAP 5) goedgekeurd in de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement.
Om de verdere uitmijning van het plantbeschikbaar fosfaat van de Vlaamse landbouwgronden te verwezenlijken, worden de bemestingsnormen voor fosfaat afhankelijk van de hoeveelheid plantbeschikbaar fosfaat in de bodem. De percelen zullen vanaf heden worden ingedeeld in 4 klassen (I, II, III of IV). De bemestingsnorm is afhankelijk van de hoofdteelt en de klasse. Voor 2015 en 2016 is klasse III de referentieklasse. Vanaf 2017 zal klasse IV de referentieklasse zijn.
In de onderstaande tabel vindt u de fosfaatbemestingsnormen per teelt en per klasse:
Teeltgroep | Klasse I | Klasse II |
Klasse III Referentieklasse 2015 en 2016 |
Klasse IV |
---|---|---|---|---|
Alle grasland + graszodenteelt | 115 | 95 | 90 | 70 |
1 snede gras/snijrogge + maïs | 115 | 95 | 90 | 70 |
Maïs | 100 | 80 | 70 | 55 |
Graangewassen | 95 | 75 | 70 | 55 |
Aardappelen | 95 | 75 | 70 | 55 |
Bieten, Groenten, Sierteelt & boomkweek, Aardbeien, Spruitkool, Teelten met lage N-behoefte, Leguminosen en Overige teelten | 85 | 65 | 55 | 45 |
Hoe afwijken van de fosfaatreferentieklasse?
Een bodemanalyse van het plantbeschikbaar fosfaat bepaalt de klasse.
De onderstaande tabel wordt gebruikt om klassen in te delen:
Klasse |
Akkerland (mg P/100 g droge grond) |
Grasland (mg P/100 g droge grond) |
Klasse I | < 12 | <19 |
Klasse II | 12-18 | 19-25 |
Klasse III | 18-40 | 25-50 |
Klasse IV | >40 | >50 |
U kunt bijgevolg van de referentieklasse afwijken door een bodemanalyse in plantbeschikbare fosfaat te bezorgen aan de Mestbank. Voor alle percelen waarvoor u uiterlijk op 31 augustus 2015 van een bepaald jaar een bodemanalyse indient, kent de Mestbank voor het jaar 2016 een klasse toe op basis van de analyse. Percelen in klasse 2 en 1 kunnen bijgevolg een hogere fosforbemestingsnorm krijgen!
Voorwaarde is bijgevolg dat de fosfor (P) inhoud van het perceel < 25 (mg/100 g droge grond) voor grasland en < 18 (mg/100 g droge grond) voor akkerland bedraagt.
De bodemanalyse mag maximaal vijf jaar oud zijn voor de classificatie, te tellen vanaf het jaar na de staalname. Concreet betekent dit dat alle bodemanalyseresultaten in plantbeschikbare fosfaat vanaf 2011 in aanmerking komen voor de indeling in een lagere referentieklasse.
Voor de percelen waarvoor u na 31 augustus 2015 een bodemanalyse voorlegt, geldt de overeenkomstige klasse pas vanaf het tweede jaar dat volgt op het jaar van de aanvraag.
Naast een hogere fosforbemestingsnorm die varieert van 5 tot 25 kg/ha voor de betreffende percelen, gelden er ook bepaalde voordelen voor de verrekening van het gebruik van stalmest in de mestbalans voor bedrijven die dergelijke analyses kunnen voorleggen.
Daarenboven wordt er voorzien in een financiële tegemoetkoming voor de gemaakte kosten van de fosfaatanalyses voor een of meer percelen, op voorwaarde dat de volgende voorwaarden vervuld zijn:
• U moet beschikken over een actief landbouwernummer
• Het bodemstaal is genomen in 2015 of later.
• Het perceel wordt op basis van de bodemanalyse ingedeeld in klasse I of II en het perceel wordt op basis van de bodemanalyse minstens een klasse lager ingedeeld dan de klasse die van toepassing is.
• Het perceel in kwestie moet in het jaar van de bodemanalyse aangegeven zijn in de verzamelaanvraag van dat jaar.
Neem gerust hier contact met ons op zodat we samen met u het aanvraagformulier kunnen invullen en de betreffende analyse(s) en luchtfoto(s) kunnen overmaken aan de mestbank vóór 31 augustus 2015!